Filosofie forum Oerknal, maar wat was er voor?
gehouden op de site van het natuurwetenschappelijk tijdschrift 'Natuur en Techniek' augustus-november 1999
|
|
TOP |
Discussieforum
Oerknal maar wat was ervoor
Gesteld door: Louis Bouman
d.d.: 8/18/1999
De oerknal wordt door de wetenschappelijke wereld en haar
volgelingen algemeen aanvaard als het uitgangspunt voor het
ontstaan voor het voor ons thans waarneembare heelal.
Of dat zo logisch is valt te betwijfelen. Immers je mag aannemen,
dat de oerknal een niet op zichzelf staande gebeurtenis was
waarvoor geen aanleiding valt te bedenken.
In alle publicaties wordt trouwhartig de kip-ei constructie gevolgd.
Diverse schrijvers wagen zich aan een wetenschappelijke
verhandeling van het gebeuren, maar komen eigenlijk niet verder
dan de oerknal zelf en wat daarna mogelijk gebeurde.
Mijn gevoel zegt me, dat de oerknal een gevolg is van een aantal
processen die eraan vooraf gingen. Niet onmogelijk is m.i. zelfs, dat
dezelfde processen zich nog steeds in ons heelal afspelen, zonder
dat we ons er van bewust zijn.
Wellicht zijn in deze processen een aantal "missing links" te vinden,
waarnaar de wetenschap al jaren zonder opzienbarende vooruitgang op
zoek is. Daarbij noem ik: de gezochte ontbrekende massa in het
heelal en de echte oorzaak van het ontstaan van het heelal.
Benieuwd naar de reacties.
|
TOP |
Op 8/18/1999 reageert David den Ouden met:
Zou het niet zo kunnen zijn dat het ontstaan en het verval van het
heelal een cyclisch proces is??
Volgens een van de theorieen blijft het heelal niet uitdijen, maar zal
het weer ineen storten. Als het weer ineenstort en uiteenvalt tot
elementaire deeltjes en / of pre-elementaire energiestromen kan de
oerknal weer opnieuw beginnen.
Een cyclisch proces dus.
Wellicht dat er een theoretisch fysicus is die hier iets zinnigs over kan
zeggen (bieden multi-dimensionale strings hier een oplossing
voor??).
En natuurlijk weer zo'n kip-ei constructie: wat was de eerste oerknal
en hoe kwam hij er.
Wellicht kan dit simpel opgelost worden: tijd en ruimte gelden zo als
wij die kennen binnen ons heelal. Bij elementaire deeltjes e.d. (denk
aan wormholes, string-theorie) begint het al wat vreemder te worden.
Als je je buiten het bestaande heelal (voor een oerknal) begeeft
zullen de wetten wel heel anders zijn. Er hoeft dus niet iets VOOR de
oerknal te zijn. Het principe tijd kan ook cyclisch zijn. Het is alleen
voor ons, beperkte mensen, lastig voor te stellen. Dezelfde oerknal
komt steeds terug en van voor de oerknal kun je dan niet spreken,
omdat je dan gebruik maakt van een tijdsprincipe wat daarbij niet
geldt of bestaat.
Hmm. Dit lijkt erg op een holistische (new-age) cyclus theorie. Maar
op deze manier hoef je je niet meer af te vragen wat er voor de
oerknal was, omdat ons tijdsbeeld (met voor en na oerknal) een
misperceptie van de mens blijkt.
Weet iemand anders nog een zinnige(r) reactie?
Groeten,
David
|
TOP |
Op 8/18/1999 reageert Ben Pirard met:
Deze schepping is inderdaad een cyclisch proces van ontstaan en
vergaan als vuurwerk. Maar wij vormen daarin een relatief zo kort
bestaan dat het voor ons eindeloos langzaam loopt. Dat heeft wel
het voordeel dat wij ruim de tijd hebben om al die 'vergankelijkheid'
uitgebreid in al haar geuren en kleuren tot in detail te bestuderen.
Maar ziet, als we ons dan naar de kleine schaal van deeltjes en
quarks buigen, dan gaat het opnieuw weer relatief zo rap.
Je zou
haast denken dat het heelal een tijdsfractaal van licht is. Dat licht
knalt wel overal en altijd. Maar wij zien de ster pas als ze alweer
zoveel ouder dan Methusalem is. Op zekere leeftijd explodeert ze
als vuurwerk in vele deeltjes die allemaal weer een eigen leven
leiden, zij het volgens vaste banen, of ze stort in tot een ongelooflijk
dichte zwarte massa.
Die twee punten zouden de raakpunten van de
cyclus kunnen zijn zoals bij een opspuitende bron (oerknal) ergens
onder de grond (scheidingsvlak van tijd-ruimte 'voor en na') een
stuwende toevloed van water (zwart gat) ligt. Schematisch wordt een
chiasma getekend, twee elkaar rakende punten. Die punten zijn
uitlopers van een maan-achtig gebogen vorm. Schematisch is er dus
een grote cirkel met een kleine cirkel erin die de grote ergens raakt.
Dat raakpunt vormt het chiasma. Het vlak tussen de twee cirkels
geeft de fasen van de schepping aan: volop voor honderd percent
gemanifesteerd aan de ene kant, nul aan de andere, en daartussen
alle gradaties.
Toegepast op het heelal geeft dit de volledige
uitdijing en daarna de volledige inkrimping en opnieuw weer.
Tegelijk met deze cyclus zou er een anti-cyclus lopen (hetzelfde
maar met anti-materie). In het geheel genomen (holistisch, David,)
zouden ontstaan en vergaan elkaar compenseren. Maar de natuur
heeft er blijkbaar een truukje op gevonden om dat evenwicht
voortdurend net iets uit te stellen.
Toch zou de wet 'rien ne se crée,
rien ne se perd' op die schaal opgaan (ondanks, of juist dankzij, het
massatekort).
De cyclus in zijn grootste gedaante zou dus perfekt
rond zijn. Dus wat is er voor de oerknal: de oerknal! Maar in
omgekeerde richting.
Is dit iets, denk je?…
Ben
|
TOP |
Op 8/18/1999 reageert Ben Pirard met:
Kijk tussendoor voor de aardigheid misschien ook eens op:
http://news.bbc.co.uk/hi/english/sci/tech/newsid_421000/421929.stm
Daar staat iets belangrijks over Supersymmetrie.
Ben
|
TOP |
Op 8/19/1999 reageert Jan van der Gaag met:
L.S.,
Het idee van een cyclisch heelal is inderdaad een veel besproken
mogelijkheid.
Hierbij rijst de vraag of op het punt dat de Eindkrak (Big Crunch)
overgaat in de Oerknal (Big Bang) dit dan precies dezelfde oerknal
is, of dat er na elke eindkrak een andere oerknal ontstaat.
In het eerste geval kan het heelal, inclusief de totale spanne tijds,
weergegeven zoals Ben dit zo treffend beschrijft met zijn twee
rakende cirkels.
In het tweede geval kan het heelal beter weergegeven worden als
een kralenketting, waarbij elke kraal een deelheelal voorstelt. Als je
de ketting volgt en over de kralen loopt, dan kom je vanuit een punt
een steeds toenemende straal tegen, tot je een maximumstraal
bereikt (de doorsnede van een kraal) en vervolgens kom je een
afnemende straal tegen tot het volgende punt, waar de volgende
kraal begint.
In dit tweede geval staat elke kraal voor een deelheelal (tussen een
oerknal en een eindkrak in) waarin net ietwat verschillende
natuurwetten gelden, zodat niet alle kralen hetzelfde zijn.
Natuurlijk is het zelfs mogelijk dat de ketting eindig is en dat na een
aantal kralen dezelfde kraal weer bereikt wordt.
Ik vraag me alleen af of wij in ons deelheelal ooit te weten kunnen
komen hoe of ons heelal er voorbij de eindkrak of vooraf aan de
oerknal uitziet … Is dit allemaal slechts ijdele speculatie?
Groeten, Janga
|
TOP |
Op 8/19/1999 reageert Ben Pirard met:
Beste Janga,
Natuurlijk zijn dit allemaal speculaties. Welke andere keuze hebben
wij? Het zijn hulpstellingen, schemata, visies, reflecties,
voorstellingen van het onvoorstelbare, grote, complexe heelal. Om
het helemaal te kennen zouden we het moeten helemaal zien zoals
het is, het in zijn geheel in één klap (knal) begrijpen. Maar dat is
nogal veel ineens voor een sterveling. Dus doen we het beetje bij
beetje, elk wat…
Intussen heb ik nog door'gevisioneerd' of gespeculeerd op het
patroon van de tweepuntige maansikkel, waarvan de punten, hoorns
van overvloed, elkaar raken. Deze voorstelling moet je in drie of vier
dimensies zien. En daarmee is het niet af. Symmetrisch naast deze
sikkel of cyclus, zit een tweede omgekeerd van richting. Samen
vormen ze een 8 waarin energie en materie en weer (anti-)energie
en (anti-)materie eindeloos rondgaan. Waar het goed voor is, weet
ik momenteel nog niet, maar je kan je voorstellen, dat indien je dit
van boven aan bekijkt, er zich nog eens één of twee van die
Siamese cyclussen kruislings opzetten, waardoor het geheel de vorm
van één grote lichtbol krijgt, als een appel of een magneetveld. Een
verre waarnemer buiten dit heelal, wiens leven myriaden malen
langer zou zijn dan dat van dit energie-materie-patroon, zou een
soort schitterende zee-appel waarnemen. De inwendige structuur zou
je inderdaad kunnen ontrafelen tot jouw kralenmodel. Je hebt in dit
geval 6 giga-kralen die samen een eindeloze ketting vormen, van
deelheelallen zo je wilt.
Wat stelt dit nu voor? Alleen een relatiepatroon van
'vergankelijkheid'. Dat waar wij stervelingen nauwelijks één halve
doorsnee van een zesde van te zien krijgen als we naar de
sterrenhemel kijken. Maar we weten dat al deze hemellichamen
globaal in een bepaalde richting bewegen. Ballistisch kunnen we daar
onpoëtische maar passende conclusies uit halen die iets van ruwe
schetsen van het wijdere patroon moeten te zien geven. We kunnen
dit in wiskundige formules en voorstellingen gieten. Ook die zijn
reflecties die we niet voor de werkelijkheid zelf mogen nemen. Zij zijn
het niet die in de ruimte hangen, (alhoewel).
Zou het er werkelijk toe doen of de ene Eindkrak precies de andere
Oerknal is of andersom? Als we dat probleem beschouwen, dan gaan
we toch sterk uit van een soort identiteit. Maar in dit
totaalrelatiemodel is er geen identiteit, er zijn alleen
overgangsvormen van energie en materie (materie als tijdelijk
staande golven van energie). Deze overgangsvormen die wij
waarnemen zijn alle in feite samenstellingen van golven. Zelfs de
verplaatsing van golven is in feite een illusie. Bij een golf die zich
horizontaal lijkt te verplaatsen is er hoofdzakelijk verticale op en af
gaande verplaatsing van moleculen, die grosso modo op, of toch
'binnen', hun plaats blijven, en weinig of geen horizontale. Die
waarneming hebben we slechts door een gering faseverschil in
parallelle bewegingen. Dus waar is de identiteit van één golfje? En
dat geldt ook voor de bewegingspatronen in het appelvormig heelal.
Het zijn schijnbewegingen als van iriserend licht, als van de
zonnecorona die lijkt te dansen achter de eclips, maar dan in dit
quasi volmaakt model.
Als er al identiteit is, dan behoort die enkel het draagveld van dit
alles toe, de eter, het vacuüm, het verenigd veld, waarin alle
mogelijke tegengestelde golven en trillingen elkaar perfect doven,
tot dit 'vlak' zich deelt in licht en duisternis, en die twee zich dan
gaan mengen. Dan barsten Oerknal en anti-Oerknal los en Eindkrak
en anti-Eindkrak. Lijkt dit jou wat?
Hopelijk verbranden we onze hersenen niet aan al dit vuurwerk.
Ben
|
TOP |
Op 8/20/1999 reageert Jan van der Gaag met:
Best Ben,
Er is nog iets dat in elk model van het heelal verwerkt moet worden
en dat is de asymmetrie tussen oerknal en eindkrak; de eindkrak is
niet eenvoudigweg het omgekeerde van de oerknal.
Dit komt omdat de oerknal begonnen is met een vlakke ruimte-tijd,
zonder kromming. Na de oerknal hebben massaopeenhopingen
zoals sterrenstelsels en zwarte gaten krommingen in de ruimte-tijd
aangebracht. Bij de eindkrak wordt de materie nog verder op elkaar
geperst en zal de kromming alleen maar toenemen.
Dit betekent dat de twee sikkelhoorns in jouw sikkelmodel niet
gelijkwaardig zijn, niet elkaars spiegelbeeld zijn.
We zouden dit kunnen visualiseren door een kleurverloop van de
sikkel, bijvoorbeeld geel op de ene hoorn, dan via oranje op het
breedste deel naar rood op de andere hoorn. In het appelmodel
betekent dit dat de ene kant van de appel geel is en de andere kant
rood.
Verder heb ik nog wat overwegingen die de oorspronkelijke
vraagsteller Louis Bouman wel zullen bevallen. Hij vroeg zich af er
processen waren die onze oerknal veroorzaakt hebben en die nu nog
steeds aan de gang zijn.
Wel, er is op dit moment een hypothese waarin dat inderdaad het
geval is. Het betreft een combinatie van ideeën van diverse
natuurkundigen. In deze hypothese is er zelfs een evolutie van
heelallen mogelijk.
In deze hypothese zijn zwarte gaten en kwantumfluctuaties van het
vacuüm verantwoordelijk voor het ontstaan van heelallen.
Bij het ontstaan van een zwart gat zou de ruimte-tijd zo sterk
gekromd worden, dat er aan de andere kant van het zwarte gat een
stuk hiervan wordt afgeknepen van de rest van het heelal. Dit stuk
ruimte-tijd groeit dan uit tot een zelfstandig heelal.
Daarnaast is het mogelijk dat een kwantumfluctuatie van het
vacuüm, die normaal gesproken slechts een virtueel deeltje oplevert,
eens in de zoveel tijd een klein gebied van ruimte-tijd doet ontstaan,
dat tot zelfstandig heelal uitgroeit.
Je zou kunnen zeggen dat een 'ouderheelal' een 'kindheelal' heeft
voortgebracht. Dit proces van heelalvorming is op dit moment in ons
heelal nog steeds bezig. Ook ons eigen heelal is ooit op deze
manier ontstaan.
Maar het belangrijkste ingrediënt in deze hypothese is dat zo'n
kindheelal niet PRECIES dezelfde natuurwetten en condities heeft als
het ouderheelal: zijn natuurwetten zijn een variatie op (of een
mutatie van) de natuurwetten van het ouderheelal.
Dit opent de mogelijkheid dat dit proces onderhevig is aan evolutie.
Heelallen die gunstige natuurwetten bezitten voor heelalvorming
zullen veel nakomelingen hebben die eveneens natuurwetten
bezitten die gunstig zijn voor de vorming van nieuwe heelallen.
Heelallen die geen gunstige condities bezitten om nieuwe heelallen
te vormen zullen minder of geen nakomelingen hebben.
Net zoals wij mensen niet zomaar ineens op de Aarde zijn
verschenen, maar het product zijn van een evolutieproces, zo is zelfs
het heelal waarin we leven niet uit het niets verschenen, maar
eveneens het resultaat van een evolutieproces.
Alleen: hoe is het allemaal begonnen? Waarschijnlijk met een heel
simpel vacuüm waarin ooit de eerste kwantumfluctuatie plaatsvond.
Daarna zijn de heelallen alleen maar ingewikkelder geworden, net
zoals de biologische evolutie op Aarde.
Nou, genoeg gespeculeerd voor vandaag! Ik ben benieuwd naar
reakties.
Groeten, Janga
|
TOP |
Op 8/20/1999 reageert David den Ouden met:
Beste Janga,
Ik ben niet geheel thuis in deze materie, dus zou je een paar dingen
kunnen uitleggen?
Hoe moet ik die quantumfluctuaties zien, wat zijn ze, waaruit bestaan
ze en wat is de levensduur e.d.? Hoe beschouw ik het vacuum? Is dit
het vacuum van 0 Bar (ik denk het niet). Het vacuum is waarschijnlijk
volledig materie en energieloos. Is er dan ook geen ruimte-tijd
kromming? M.a.w. is het vacuum er dan niet, omdat het 0 dimensies
heeft? Hoe stellen we ons dat vacuum voor?
Het leuke aan deze discussie is, dat mijn cyclus theorie op basis van
beredeneren en wat creativiteit ontstaan is. Laten enkele hh. fysici nu
al soortgelijke theorieen ontwikkeld hebben. Kortom,
borreltijdwetenschap en theoretische natuurkunde liggen dicht bij
elkaar (beide creatief gehypothetiseer, de laatste echter wat
onderbouwd met wat meer kennis).
Groeten,
David
|
TOP |
Op 8/20/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Janga,
Heel klein vraagje voordat ik ook in deze discussie duik. Doel jij met
je betoog van 20-8 op Inflatietheorie (Guth,Linde)?
Dirk.
|
TOP |
Op 8/20/1999 reageert Jan van der Gaag met:
Dirk,
Om jouw vraag even tussendoor te beantwoorden: ik doel inderdaad
op de meest recente inflatietheorie (met evolutiehypothese) van o.a.
Alan Guth, Edward Tryon, Andrei Linde, Alex Vilenkin en Lee Smolin.
Ik heb zojuist de volgende weblokatie bezocht, misschien iets om te
bekijken:
http://www.biols.sussex.ac.uk/Home/John_Gribbin/tlu.htm
Groeten, Janga
|
TOP |
Op 8/21/1999 reageert Ben Pirard met:
Aan David (den Ouden)
Opborrelende wetenschap is dit forum alleszins. Het volstaat je
aandacht (gebundeld bewustzijn) op zo'n onderwerp te richten en dan
begint het. Wetenschappelijke vorming zal je zeker helpen om het
vormingsproces van ideeën in vaste banen te leiden. Zelf heb ik het
daar als niet-wetenschapper wat minder lastig mee, maar laat dat
niemand ontmoedigen.
Het is mij niet bekend of ergens in de wetenschappelijke literatuur
een 'sikkelheelal' of 'kralenheelal' of een 'zee-appel-heelal'
beschreven wordt (- misschien moet ik dat boek van Stephen
Hawking 'Het Heelal' dat ze mij laatst voor vaderdag gaven toch
maar eens beginnen lezen-), echter vergeleken bij grootheid en
grootsheid van het onderwerp hier onder de aandacht lijkt me dat
een minder belangrijke kwestie. Ooit is alle wetenschap eens als
opborrelwetenschap bij één of meerderen ontstaan.
Ik wou nog even doorgaan op dat heelalvoorstellingsmodel, Janga.
Mogelijk heb ik iets niet duidelijk overgedragen. Ik zie het niet zo
dat de ene sikkel van een cyclus als proces tegengesteld is aan zijn
andere sikkel. Ik ben het met je eens dat de 'gele' beginsikkel, de
oerknalsikkel, 'hoorn des overvloeds', alles in zich heeft voor de
opbouw van een volwaardig heelal tot zijn maximale expansiegraad.
Vandaaruit gaat dat zelfde heelal (oranje, hé, ben jij Nederlander?)
weer inkrimpen, instorten, tot de andere sikkel, de eindkraksikkel
(rood). En dan is er de keuze: of het proces van schepping,
instandhouding en vernietiging gaat opnieuw dezelfde cyclus
doorlopen (in het model) of het loopt door in een 'parallelle' cyclus,
omdat de punten van alle sikkels immers samen één punt vormen,
hetzelfde vacuüm, wat je 'vlakke ruimte-tijd' noemt.
Wat mogelijk niet juist is overgekomen is de simultane 'tegen-cyclus'
die bij elk sikkelheelal zou horen. Dit is gewoon eenzelfde cyclus,
maar met anti-energie, anti-trillingen, anti-materie. In het
ideaalmodel raken ook de sikkelpunten van een cyclus en zijn
tweeling anti-cyclus elkaar in datzelfde gemeenschappelijk kernpunt
van het model, maar verder hebben zij niets gemeen en zijn zelfs
letterlijk diametraal tegenovergesteld, ook hun plaats in het model
(in het vertikaal vlak). Als proces evenwel zijn ze wel identiek (in het
ideaalmodel), dat wil zeggen dat ook de anti-cyclus begint met een
gele sikkel, oranje wordt en eindigt in een rode. Of zullen we hier de
complementaire kleuren voor kiezen, want de ene cyclus zou de
andere wel uitdoven indien ze ergens mekaar zelfs maar overlapten.
Laten we het voorlopig echter bij de oorspronkelijk gekozen kleuren
houden. De zee-appel (of mandarijn of pompoen) die samengesteld
is uit verticale schijven van tweelingcyclussen, moet je niet als geel
aan de ene kant en rood aan de andere kant zien in het
ideaalmodel, maar het bovenste derde ervan is geel en het onderste
is rood en daartussen is in het midden een oranje band.
Zouden we nu de complementaire kleuren nemen voor de anti-cyclus
delen van de zee-appel, dan zie je in het midden afwisselend oranje
en paarsbruine vierkanten, bovenaan zie je dan afwisselend gele en
violette driehoeken, en onderaan zie je rode en blauwe driehoeken.
Natuurlijk kunnen we in ons ideaalmodel die kleurtjes zachtjes in
elkaar laten overvloeien om de werkelijke overgangen van materie-
en energietoestanden aan te geven, tenminste in de verticale
richting. In de horizontale band tussen de afwisselende cyclussen en
anti-cyclussen mogen we geen kleurovergang plaatsen, aangezien
daar niets is, vacuüm dus, omdat ze elkaar uitdoven. Ik ga daar
later op verder.
Nog even over asymmetrie. Als ideaalmodel zijn de sikkelpunten
symmetrisch, als proces uiteraard niet, daarover ben ik het volkomen
met Janga eens, voor wat de tegenstelling oerknal-eindkrak betreft.
Een raadsel dat mij echter al vele tientallen jaren bezighoudt is hoe
de natuurlijke symmetrie van materie en anti-materie, die samen
voor een perfect logisch evenwicht zorgen, ooit is kunnen gebroken
worden. Ik begrijp namelijk niet echt hoe het mogelijk is dat ik
besta, dat er uberhaupt iets bestaat. Als je de aandacht niet te diep
in en buiten jezelf richt, ze enkel langs de uitstalramen van de
wereld laat kaatsen, dan heb je daar waarschijnlijk niet zo'n last van,
maar er zijn wel meer mannen die altijd weer overal willen doorheen
kijken.
Het woord 'symmetriebreking' komt mij vaag in de oren klinken,
maar ik weet niet wat het inhoudt. In de Kabbala hebben ze het over
'het breken van de schalen', maar dat wordt daar ook al weer als
fait-accompli aangenomen. Intussen houd ik er stiekem een eigen
filosofische fopspeenverklaring op na, maar eerst wil ik nog wat meer
van het forum vernemen.
Vriendelijke groeten aan alle lezers en deelnemers, ik heb het
gevoel dat we hier samen iets moois aan het opbouwen zijn, mede
dankzij Natuur & Techniek.
Ben
|
TOP |
Op 8/28/1999 reageert Louis Bouman met:
Beste Ben, David. Dirk en Jan,
Allereerst bedankt voor jullie spontane reacties. Alles lezende
overkomt mij echter het gevoel dat men en in dit geval jullie de
neiging hebben de vraagstelling wat breder aan te lopen dan mij
strikt noodzakelijk lijkt.
Jan komt nog het dichts bij mijn visie over het ontstaan van het
heelal of zo je wilt heelallen.
Stel je voor een vacuum of neutraal veld in de nulde dimensie en
nulde tijd bij een temperatuur van het absolute
nulpunt. Door een kwantumfluctuatie onstaat daarin een verstoring,
waardoor eerst een maar later steeds meer positieve en negatieve
oerdeeltjes ontstaan. Vanaf de eerste verstoring van het vacuum cq
neutrale veld wijzigt zich de situatie. Immers vanaf de eerste deeltjes
gaat de 0-dimensie en 0- tijd over in een 3e-dimensie en de tijd
start. De positieve en negatieve deeltjes gaan door met hun
verstoringen binnen het veld maar ook buiten de "rand" van
datzelfde veld. Op een gegeven moment ontstaan er dermate veel
deeltjes dat ze met elkaar in botsing komen. De eerste
samenvoeging van twee "oerdeeltjes" (strings?) is een feit en
vervolgens zet dit proces zich door. Let wel het is niet de "bedoeling"
van deze deeltjes om verstoringen te veroorzaken. In hun poging
om weer terug te keren naar de neutrale situatie maken ze echter
meer brokken dan oplossingen.
Dermate zelfs, dat het veld een zwaartekracht gaat ontwikkelen
terwijl de temperatuur binnen het veld stijgt.
Subelementaire deeltjes en later atomen ontstaan.
Dit proces zet zich door tot het moment dat de zwaartekracht en de
temperatuur zulke grote waarden hebben
aangenomen, dat het veld zich gaat manifesteren als een zwart gat.
De binnenwaartse druk wordt op een gegeven
moment door alle toevoegingen vanuit de rand van het veld
ontzettend groot. De temperaturen zijn gestegen tot
duizelingwekkende waarden. Mogelijk zijn op dit moment alle
atomen al gevormd. Dan opeens zijn de waarden zo hoog
opgelopen, dat het zwarte gat zichzelf niet meer in stand kan
houden. De oerknal volgt. Een deel van de energie en "materie"
wordt door het episch centrum van het zwarte gat een nieuw heelal in
wording ingeschoten (laten we dit het negatieve heelal noemen). Het
ander deel explodeert en komt terecht in het positieve heelal in
wording. Mogelijk is dit het heelal waar we nu getuige van zijn.
Als je het zo versimpeld bekijkt is het wel aardig te konstateren, dat
alles wat we nu zien horen en voelen etc. in feite niets anders is dan
een gevolg van een natuurlijke fout.
Misschien is alles wat we waarnemen niets anders dan vergevorderd
vertraagde ruimte-tijdkromming.
Dan zijn we dat in feite zelf ook.
Mijn hypothese houdt tevens in, dat het huidige heelal, niet eindig is
in massa en energie. Welnee erbinnen en aan de rand van "ons"
heelal gaat het proces van toevoegingen door verstoringen gewoon
door.
Dit proces leidt tot nieuwe zwarte gaten, waarvan het vervolg zich
makkelijk laat raden.
Ik ben benieuwd naar jullie volgende reacties.
Louis Bouman.
|
TOP |
Op 8/31/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Ik denk dat ik de opvatting van Louis correct samenvat als ik zeg dat
Louis denkt dat de oerknal simpelweg het uit de handlopen van een
instabiel proces is. Daar kan ik ver in meegaan.
Maar, ik kan alleen iets niet rijmen in die quantumfluctuaties.
Een quantumfluctuatie in het vacuum is een gevolg van de
onzekerheidsrelatie van Heisenberg; [delta E]*[delta t] >= h/4pi,
met [delta E]=variantie in de Energie, [delta t]=variantie in de tijd,
en h=de const.van Planck. Energie en tijd commuteren niet zegt men
dan.
Het betekent zoiets als : het is mogelijk dat er uit het "niets" een
deeltje ontstaat met een bepaalde massa en dus een bep. Energie E
(=mc^2) a.g.v. deze onzekerheidsrelatie omdat de energie van het
vacuum nooit altijd exact nul is maar fluctueert [delta E] om nul in
een bep.tijdsduur [delta t] zodanig dat [delta E] * [delta t] >= h/4pi.
Als je bijv. naar een oneindig lang tijdsinterval kijkt ([delta t] =
oneindig) dan moet de Energiefluctuatie ([delta E]) nagenoeg gelijk
zijn aan nul en vice versa. Dit komt dan dus overeen met onze
macrowereld; de energie E van een deeltje is in een tijdsbestek van
bijvoorbeeld 1 seconde (een eeuwigheid in de quantumwereld) te
bepalen met een onzekerheid van nagenoeg nul ([delta E]=0). So
far so good.
Maar gaat er dan niets mis met de Wet van Behoud van Energie?
(=WvBvE). Want [delta E] en [delta t] zijn altijd positief lijkt mij.
Tenminste, de andere mogelijkheid is, om toch te kunnen blijven
voldoen aan de onzekerheidsrelatie, dat [delta E] en [delta t] beiden
negatief zijn. Nu is een negatieve Energie theoretisch nogwel
mogelijk geloof ik in de Quantummechanica, maar een negatieve
[delta t] zou betekenen een teruggang in de tijd(!). Waar komt die
energie vandaan?
Oftewel, als er zich een Energiefluctuatie in het vacuum voordoet van
nul naar [delta E] gedurende een bep.tijd [delta t] , dan is deze
fluctuatie positief. Dat betekent dat er tijdelijk energie "ontstaat".
Maar de WvBvE zegt dat er dan ook ergens Energie moet
"verdwijnen". Dat zou weer betekenen dat er ergens in ons heelal het
vacuum zou moeten fluctueren van [delta E] naar nul in dezelfde tijd
[delta t]. Maar deze punten in het heelal kunnen wel miljarden
lichtjaren van elkaar verwijderd zijn. Hoe "weet" het vacuum dan dat
het ergens kan fluctueren met [delta E] als informatie maximaal kan
worden doorgegeven met de snelheid van het licht? Om de WvBvE in
stand te houden zou dit instantaan moeten gebeuren lijkt het dan.
Overigens, het "Ontstaan" en het "Verdwijnen" van Energie is
misschien niet goed gekozen omdat Energie alleen wordt omgezet
naar een andere vorm (ook weer een gevolg van de WvBvE).
Het kan natuurlijk nog zo zijn dat de totale hoeveelheid Energie ook
onderhevig is aan fluctuatie OF dat een positieve [delta E] en een
positieve [delta t] inderdaad altijd gepaard gaat met een negatieve
[delta E] en een negatieve [delta t]. Maar dat laatste zou dan
betekenen dat er regelmatig gebeurtenissen afspelen omgekeerd in
de tijd(!).
Wat is hier dan aan de hand?
Ik zal in dit betoog ongetwijfeld de problematiek niet exact correct
hebben weergegeven en wat steekjes hebben laten vallen in mijn
beredeneringen, maar ik hoop dat de strekking duidelijk is. Weet
iemand hoe dit tegenwoordig fysisch wordt uitgelegd of is dit nog niet
helemaal verklaard?
Dirk.
|
TOP |
Op 9/1/1999 reageert David den Ouden met:
Beste Dirk,
Het lijkt mij, simpele ziel wat quatumfysica betreft, toch vrij logisch.
Er was al eerder sprake van de twee tegengestelde halve maan
vormige heelallen, de een positief en de ander negatief. Deze twee
zijn gekoppeld. De een zit vol met materie, de ander met
anti-materie. De twee halve manen lopen in tegengestelde richting;
dus ook met tegengestelde tijd. Je gaat niet terug in de tijd, maar in
het anti-materie heelal loopt de tijd gewoon de andere kant op. Wet
van behoud van energie blijft hier dus gelden; tegelijk ontstaan er
een positieve en negatieve [delta E] en positieve en (relatief)
negatieve [delta t]. Terug in de tijd zou alleen sprake van zijn als de
negatieve [delta t] in ons heelal zou zijn. Niet als het in het
anti-heelal gebeurd.
Kortom, Dirk, je betoog lijkt mij te kloppen en de negatieve dingen
zijn met het anti-heelal te verklaren.
Zou het bovenstaande ook kunnen betekenen, dat gebeurtenissen
op quantumniveau geinduceerd zijn door het anti-materie heelal??
Als daar iets vreemds gebeurt (quantumfluctuatie), dan zal dat hier
een effect hebben. Kun je zo onverklaarbaar spontane fenomenen
verklaren, of maak je je er dan te makkelijk vanaf??
Groeten,
David
|
TOP |
Op 9/5/1999 reageert Karel Vreeburg met:
Geacht Forum,
Als ik alles wat ik tot nu toe begrepen heb van heelalvorming etc
voor mezelf op een rijtje zet, dan moet ik tot de volgende conclusie
komen:
In de jaren 60 heeft Vera Rubin toevallig ontdekt dat sterrenstelsels
in het heelal onregelmatig verdeeld zijn.
Hoewel door collega's weggehoond, ontdekte zij wat ze nu noemen
"de grote muur".
Iets later wordt ook door haar ondekt dat de vorm van het heelal lijkt
op een bak met zeepsop."(haar letterlijke uitspraak)
Wat zij feitelijk ontdekte, (en dat is zo gek nog niet) is dat het
heelal bellen vormt. Dit is recentelijk ook nog eens aangetoond met
de ISO sateliet die de achtergrondstraling van het heelal meet. Die
leek vlak, maar toonde bij nader inzien (voor vele wetenschappers
met tegenzin) ook bellen.
Volgens mij zou deze bellenvorming veroorzaakt kunnen worden
door repeterende oerknallen en eindkraken. Het is volgens mij zelfs
mogelijk dat het heelal waarin wij nu leven het gevolg is van een
eindkrak.
Na een eindkrak zullen er omdat het heelal asymetrisch opgebouwd
is, (er is tenslotte geen antimaterie meer en de zwaartekracht is niet
meer in staat alle materie op tijd op een en de zelfde plaats, een
singulariteit samen te brengen), resten over blijven. Die resten zullen
niet alleen onsamenhangend zijn, maar ook nog eens door de grote
stralingsdriuk ver uit elkaar gedreven worden. Het gevolg is een
ruimte die er van een afstand uit zal zien als: een bak met bellen!!
Er van uitgaand dat dit soort processen op meerdere plaatsen binnen
de ruimte met regelmatige tijdsintervallen plaatsvinden.
Binnen deze bel(len) is een eindeloos grote leegte ontstaan, de
sterrenstelsels die aan de Eindkrak ontsnapt zijn balanceren op de
grensvlakken tussen de bellen en vormen een wankel evenwicht.
Ik veronderstel dat wat wij zien als oerknal en eindkrak in het
verleden reeds meerdere malen op vele plaatsen in het ons
omringende heelal heeft plaatsgevonden.
Door de grote leegten die er ontstaan zijn binnen de bellen in het
centrum van het ons bekende heelal zijn dit soort reakties daar op
dit moment mogelijk zeldzaam, maar aan de rand van het heelal
gaat de vorming van nieuw heelal (oerknallen) en dus de expansie
gestadig door.
Dat zou een verklaring kunnen zijn voor de afgrijselijke grote
snelheden van bijvoorbeeld quasars die binnen dit model
veroorzaakt worden door repeterende stralingsdruk van im- en
explosies van imploderende en exploderende galaxies.
Als er een enkel bewijs is tegen een enkele oerknal, dan zijn het wel
de quasars.
Condities van Oerknal en Eindkrak kunnen nooit gelijk zijn.
In een oerknal worden even grote hoeveelheden materie als anti-
materie gevormd. Om de een of andere quatummechanische reden
is in ons huidige heelal antimaterie niet meer aanwezig. De condities
bij de eindkrak kunnen dus nooit het zelfde zijn als bij een oerknal.
Dit betekent volgens mij dat er bij een eindkrak resten van het
heelal over moeten blijven die er na de geweldige ex- of implosie
voor zorgen dat er een soort bellenstructuur onstaat.
Wat dit betreft is een eerder geopperd idee van een heelal als een
kralensnoer nog niet zo gek.
We zijn benieuwd naar de Oerknal, vooral bang voor de Eindkrak,
maar misschien zijn we zonder het te weten allang een of meer
stadia verder, in een chaotisch heelal na de onvoorziene Eindkrak,
dat zich gedraagt als een onpeilbare ontstuimige zee gevuld met
zeepsop.
Groet aan allen :) Karel
|
TOP |
Op 9/5/1999 reageert Ben Pirard met:
Beste Karel,
Boeiend, die 'broebelende' bellenbak voorstelling. Het doet mij
denken aan een oude voor-Indische kosmologie waarin de zaak
wordt voorgesteld als 'het Karnen van de Melkzee': Twee
tegengestelde krachten betwisten elkaar de heerschappij, de scepter,
en die roert door hun voortdurend geduw en getrek heen en weer in
de Melkzee, (de oertoestand van het heelal). Door die ritmische
bewegingen wordt de oermelk gekarnd, en ontstaan de
melkwegstelsels.
De vraag die zich nu, na jouw nieuwe inbreng stelt is: komt die
'bellenvorming' voor binnen een heelalcyclus zoals we ons die met
een sikkel- of mandarijnmodel of gesloten kralensnoer hebben
voorgesteld, of zijn er oneindig vele van die mandarijnachtige
voorvallen tegelijk, die samen het bellenbad vormen?
Als we het proces van het heelal willen beschrijven, dan gaat het echt
wel over het 'heel-al', dus moet alles erin voorkomen, en niets
daarbuiten. Is er daarbuiten nog iets over, dan zijn we per definitie
nog niet aan het heelal toe, al kan zo'n beschrijving uiteraard een
boeiende en waardevolle bijdrage zijn. Ik denk dus dat we de
beschrijving van de bellenvorming moeten beschouwen binnen ons
heelalmodel, welk dat verder ook zij.
Er is nog een tweede reden: ik denk dat er geen echte finale 'resten'
kunnen zijn, omdat in dat geval de wet van behoud van energie
wordt geschonden, zoals door Dirk op 31/8 is aangegeven. De hele
cyclus kan wel worden gerekt met intermediaire resten, inderdaad.
De 'toevallige' ontmoeting van materie en anti-materie hebben
intermediaire bellenconfiguraties overgelaten, zowel in de materiële
als in de anti-materiële heelalcyclus. Die kunnen mekaar beter niet
ontmoeten. Waar ze dit toch doen ontstaat inderdaad opnieuw een
originele vacuümbel.
Ik ben het met je eens, Karel, dat heelalcyclussen zich op vele
schalen en tijden tegelijk voordoen, en binnen de grootste schaal
ook op vele plaatsen, dus met repeterende oerknallen en
eindkraken, zoals je zegt. Ik denk zelfs (zo boven, zo beneden) dat
dit proces zich vooral op de kleinst denkbare microschaal eveneens
voordoet, zodat materiedeeltjes uit het niets ontstaan en er weer in
verdwijnen. Ik dacht zelfs dat iets dergelijks recent wetenschappelijk
is aangetoond. Het dynamisch proces van ontstaan en vergaan zelf
is dat wat wij als 'vaste' materie waarnemen (als een spoor in een
bellenvat).
Sterren en melkwegstelsels zijn conglomeraten van dergelijke
microprocessen, die elk hun tijd duren. En voor ons is dat veel meer
dan lang genoeg om onbevreesd te zijn voor een zoveelste wat
grotere eindkrak, waar we alleen zouden in meegesleurd worden
indien het sterrenstof waaruit we bestaan niet reeds ongelooflijk veel
eerder zelf weer is opgelost in de ether, het 'vacuüm' dat ook óns
enige draagvlak is net zoals dat van de sterren.
Vriendelijke groeten,
Ben
|
TOP |
Op 9/6/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Karel,
Die bellenstructuur is gewoon een gevolg van de zwaartekracht. Op
de knooppunten van de bellen in een bak zeepsop zit het meeste
sop. In het heelal zit daar dan de meeste massa. Die knooppunten
trekken dus ook weer steeds meer massa aan. Daardoor raken
bepaalde gebieden van het heelal leger dan andere gebieden en
vormt zich vanzelf een soort bellenstructuur.
Ben,
nog even voor de duidelijkheid,
Ik ben er van overtuigd dat de WvBvE niet geschonden kan worden
en dat er ook geen snelheden kunnen voorkomen groter dan die van
licht. De enige verklaring die ik voorlopig kan geven voor mijn
probleem gesteld op 31/8 is de oplossing die David den ouden
daarna bevestigd. Maar eigenlijk geloof ik dat niet zo. Ik zoek liever
eerst naar een ietwat conventionelere oplossing voordat ik
anti-materie heelallen ga overwegen.
En David,
Als het inderdaad zo is dat er een anti-materie heelal moet zijn waar
de tijd in tegengestelde richting moet lopen, dan zou jouw verklaring
best kunnen denk ik. Misschien dat dat bijvoorbeeld zou kunnen
verklaren waarom "de natuur"op quantumniveau zich niet
deterministisch gedraagd. Ik bedoel, het zou zomaar kunnen. Maar
het is wel een typisch geval van filosoferen dan. Je maakt je er dan
ook alleszins makkelijk vanaf trouwens. Ik zou tenminste niet weten
waar ik moet beginnen om bevestigingen van zo'n theorie te vinden.
Dirk.
|
TOP |
Op 9/8/1999 reageert Louis Bouman met:
Beste allemaal,
Met interesse lees ik jullie reakties op de vraagstelling.
Hou me ten goede. Ik heb niet het idee dat ik de wijsheid in deze in
pacht heb. Maar toch bekruipt mij
bij het lezen van jullie schrijfsels dat er wat aan ontbreekt.
In het algemeen zijn de reakties gericht op min of meer de
macrowereld. Wat ik mis zijn de fundamentele
antwoorden met betrekking tot de elementaire deeltjes en wat
daarvoor en erna komt.
Zo borrelen de volgende vragen bij mij op:
*Is e=mc2 werkelijk waar? Waarom is e niet gelijk aan mc3?
*Welke formule hoort er trouwens voor als deze al bedacht of te
bedenken valt?
*Is de lichtsnelheid absoluut en zo ja waarom. Eerdere reakties lijken
erop te duiden, dat de huidige
vastgestelde lichtsnelheid wellicht slechts een aanname is, die met
betere meetapparatuur ook juister
bepaald kan worden. En dan nog, hoe zit het dan met de deeltjes die
we niet kunnen meten op
snelheid, omdat ze niet in een voor ons zichtbaar veld waar te
nemen zijn.
*Fotonen verplaatsen zich met de lichtsnelheid zegt men, maar hoe
zit dat met bijvoorbeeld gammastralen,
röntgenstralen, neutronen, neutrino's, elektronen, ionen, quarks en
ga maar door.
*Waar bestaat trouwens feitelijk een atoom (neem waterstof) uit.
In mijn idee bestaat zo'n atoom uit neutrale, positieve en negatieve
deeltjes, die niets anders doen dan rechtsom
of linksom spiraleren. Alle volgende atomen dragen dezelfde
eigenschap met zich mee. Alleen de
samenstelling is anders. Ik heb het vermoeden, dat we hierin de
basis van het ontstaan van het heelal terug
kunnen vinden.
*De wet tot behoud van energie in het heelal is ooit bedacht, maar is
deze wel juist?
Denk daarbij aan materie, waarvan de temperatuur tot het absolute
minimum is gedaald. Deze heeft toch de
neiging tot sublimeren?
Zo kan ik nog wel even doorgaan.
In feite komt het erop neer, dat ik nogal wat twijfels heb over de
juistheid van enkele aangenomen wetmatigheden.
Wellicht helpen jullie me op het goede spoor.
Groeten Louis Bouman
|
TOP |
Op 9/8/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Louis,
Ik zal proberen antwoord te geven op je vragen.
1)
E=m^2 is werkelijk waar. Dit is ook gewoon experimenteel bevestigd.
Het is niet gelijk aan bijvoorbeeld E=m^3 omdat de formule maar op
1 correcte manier wiskundig kan worden afgeleid. Dat is juist het
mooie vind ik altijd. Als het wiskundig klopt, komt het overeen met
de werkelijkheid, en dat bleek uiteindelijk ook. Ik bedoel, je twijfelt
toch ook niet aan bijv. de stelling van Pythagoras.
vraag 2) begrijp ik even niet.
3)
De lichtsnelheid is voor elke waarnemer, ongeacht zijn eigen
snelheid, altijd gelijk; de lichtsnelheid is absoluut. Dat gegeven heeft
niets te maken met het varieren van de gemeten(!) snelheid van het
licht. Als dat varieert heeft dat inderdaad gewoon te maken met de
meetapparatuur. De lichtsnelheid is dus c,constant, absoluut en
ongeveer 300.000 km/s. Dat dat zo is volgt uit het experiment van
Michelson en Morley (jeweetwel, die zoektocht naar "de Ether";zoek
dat desnoods eens op), en daaruit volgt de Speciale Rel.Theorie van
Einstein, en o.a. E=m^2. Alles hiervan is experminenteel geverifieerd
(m.b.v.deeltjesversnellers e.d.).
Die deeltjes die we niet zouden kunnen meten op snelheid zegt me
even niets.
4)
Gamma en Rontgenstralen verplaatsen zich ook met de lichtsnelheid
c. Dit zijn ook fotonen alleen met een andere frequentie. Licht is niet
alleen het zichtbare gedeelte maar ook bijv.Infrarode straling,
Radiostraling etcetc. Al die andere deeltjes kunnen nooit met exact
de lichtsnelheid c bewegen omdat ze massa hebben, hoe klein ook.
Zelfs een neutrino heeft toch massa. Een foton is massaloos en
bestaat alleen uit Energie ( E= h*f ; met f=frequentie, h=const.van
Planck)
5)
Je beschrijving van het atoom klopt wel zo'n beetje ja, alleen je moet
de elektronen die om de kern "draaien" niet proberen voor te stellen
als planeten om de zon. Je moet op dat (quantum)niveau meer
denken in termen van Kans. Een elektron beweegt zich niet zoals
een planeet van A naar B. Een elektron kan zich in principe overal
bevinden, maar "is" ergens omdat de kans dat hij daar "is" het
grootst is. Het atoom is omgeven door waarschijnlijkheidswolken zegt
men dan.
Ik denk trouwens dat dat vermoeden gegrond is.
6)
De Wet van Behoud van Energie (WvBvE) is inderdaad een axioma.
Maar er is nog NOOIT een afwijking in de wet gevonden. Hij wordt in
ALLE processen experimenteel bevestigd, van het allergrootste tot en
met het allerkleinste. Deze Wet is juist. Ik snap alleen even niet wat
dat met die afgekoelde materie te maken heeft.
Overigens,
Dat de reacties alleen op de macrowereld zijn gericht, klopt niet. We
hebben het toch over Quantumfluctuaties van het Vacuum (31/8 ;
1/9). Dat is een typisch geval van de OnzekerheidsRelatie, en dan
heb je het toch echt over de allerkleinste microwereld.
Louis,
Ik hoop dat mijn antwoorden enigzins bevredigend voor je zijn.
Begrijp, ik heb ze nogal kort moeten houden en alleen een beetje de
strekking proberen weer te geven, anders begin je er waarschijnlijk
niet eens aan.
Dirk.
|
TOP |
Op 9/12/1999 reageert Louis Bouman met:
Hallo Dirk,
Bedankt voor je spoedige antwoorden op de door mij gestelde
vragen.
Ik kan er grotendeels mee instemmen. Al blijven er natuurlijk vele
vragen bij mij over.
Overigens wil ik nog verder ingaan op punt 2 van mijn
vraagstellingen.
Daarover het volgende. Volgens (Einstein) en de huidige wetenschap
is E=mc2 een vaststaand gegeven.
Naar mijn gevoel (daar ga ik weer) ligt hierin de sleutel opgeborgen.
E=mc2 is naar mijn mening de exponent tussen de voor ons
zichtbare situatie in de 3e dimensie.
Alles wat daarvoor gebeurt kunnen wij niet waarnemen omdat dat
wellicht geschiedt in andere dimensie.
(Mogelijk ligt hierin het geheim van de graalachtige 4e dimensie?).
Misschien heeft dit alles te maken met de manier waarop wij via onze
ogen (en hersenen) zaken waarnemen.
Immers onze ogen zijn bij uitstek geschapen voor een 3d wereld.
Maar kunnen ook alles waarnemen op een
lager dimensie-nivo.
En jou ideeen hierover en ook die van Jan v.d. Gaag komen hierbij
naar mijn gevoel sterk in de buurt.
Als E=mc2 echter ligt op het grensvlak tussen de 3e en 4e dimensie,
dan zou je kunnen veronderstellen dat
er zich voor dit waarneembare proces voorliggende processen
plaatsvinden. Echter allemaal in de zin van
samenvoegingen van sub.sub-elementaire deeeltjes tot uiteindelijk
de eerste voor ons waarneembare elementaire
deeltjes. Deze samenvoegingen (na botsingen) voldoen dan wellicht
ook aan een wetmatigheid zou je veronderstellen.
In die zin dien je mijn vraag 2 te lezen.
Zal ik even een visje uitgooien?
Stel RTK2=E (RTK is dan een verstoring van de ruimtetijdkromming).
Waarschijnlijk zal de formule er anders uitzien maar hiermee hebben
we dan wel wat om de discussie voort te
zetten.
Als je daarbij bedenkt dat E zich ten hoogste met de lichtsnelheid
verplaats. Dan is E ook echter een vertraging
van de natuurlijke snelheid van RTK, die misschien wel 2 maal zo
hoog ligt als de lichtsnelheid (of meer uiteraard).
Ik ben benieuwd naar de reakties.
|
TOP |
Op 9/12/1999 reageert Ben Pirard met:
Geacht forum,
"Waar bestaat trouwens feitelijk een atoom (neem waterstof) uit?",
vraagt Louis en later voegt hij er zelf aan toe dat "samenvoegingen
van sub-sub- elementaire deeltjes tot uiteindelijk de eerste voor ons
waarneembare elementaire deeltjes" leiden. Hiermee is alles wat
voor de Oerknal is gezegd, in zijn twee belangrijkste aspecten. Ten
eerste de bouwstenen van het heelal, ten tweede wat wij ervan
waarnemen. Het is belangrijk de verschillende schalen van
grootte-orde voor ogen te hebben, hun bijhorende natuurlijke
wetmatigheden te kennen, en die dan niet door elkaar te halen, al
zullen we bepaalde wetmatigheden constant op elke schaal zien
terugkomen. Voor een mens is het moeilijk om meerdere schalen in
en door elkaar tegelijk te zien, zelfs met het geestesoog. Schalen
zijn zoals je een kledingstuk als geheel bekijkt, of als stukken stof,
of als een kunstig gevormd weefsel of als een wollige warrige
vezelhoop, maar eigenlijk dat alles tegelijk… Het materiële oog heeft
echter zijn frequentiebereik, zoals ieder van onze zintuigen dat voor
een ander materieel aspect heeft. Zo heeft ook ons verstand zijn
maximum bereik, maar dat ligt verder, (waardoor we dus weten dat
de zon niet rond de aarde draait zoals het oog ons vertelt).
Toch is
er aan de kleinste en aan de grootste kant van de
scheppingsschalen nog heel wat dat ook aan ons geestesoog
ontsnapt. Aan de kant van het allerkleinste is er de manier van
trillen van het vacuüm. Theoretisch en praktisch is er geen limiet aan
het voorkomen van elkaar neutraliserende trillingsfrequenties,
sterkten en richtingen van en in het vacuümveld. De gekste
gecompliceerde trilling mag erin voorkomen, zolang ze ergens ook
haar uitdovende tegentrilling heeft blijft het vacuüm wat het altijd
was: absolute leegte.
Maar kunnen we het dan niet evengoed
andersom en positief bekijken, en zeggen: als alle mogelijke
trillingen ongelimiteerd mogen en kunnen voorkomen, dan is het
vacuüm absoluut barstens vol van alle mogelijke trillingen… De
wereld is dan zoals je hem bekijkt. (Een fles die halfvol is, of één die
half leeg is).
Dus hier komt dat tweede element: onze manier van
kijken. Object is de schaal van het heelal en subject ben je zelf die
ernaar kijkt, je er op afstelt. Het subject heeft geleerd naar bepaalde
elementen te kijken en andere vanzelf niet te zien of uit te filteren.
(Dat moet wel, want als je uit absolute volheid niets uitfiltert, dan zie
je ook niets.) Als subject ben je een reflectie van je waarneming. We
zijn zelf gevormd in resonantie met en als onderdeel van wat het
heelal tot basis heeft. We hebben ooit geleerd met het geestesoog
atomen als een mini-planetenstelsel te zien. Maar we zijn er dieper
in doorgedrongen, en zoals Dirk uitlegt, is het atoom niet echt uit
deeltjes samengesteld zoals planeetjes om een zon, maar uit
'waarschijnlijkheidswolken' dat er zich ergens zo'n deeltje bevindt.
Nog een stapje voortgaand, in de diepte van de kleinste schaal,
kunnen we zeggen dat er in feite alleen waarschijnlijkheid is, geen
deeltje. Wat ons geestesoog als een 'deeltje' waarneemt, is in feite
een tijdelijk wat hogere trillingsdichtheid, zoals je op een stil
watervlak plaatselijk even een vlekje staande trillingetjes kan
waarnemen, die op iets resoneren. Het gaat hier om bolvormige
vlekjes van staande trillingen die zich aan (te) grote snelheid in de
bolvormige ruimte van wat we een atoom noemen verplaatsen. Dit is
volgens mij de grote betekenis die in E=MC² ligt: Materie is niets
anders dan energie, of trilling. Het mag niemand verbazen dat we
ons op dit niveau op het raakvlak van wetenschap en metafysica
bevinden. Maar dit vlak is ook zo aantrekkelijk dat we er niet van
weg kunnen blijven. Ik kom hier dus op terug.
Ben
|
TOP |
Op 9/13/1999 reageert Louis Bouman met:
Nog even dit.
Ergens in de discussies over de oerknal las ik, dat de effecten van de
oerknal in ons heelal niet meer merkbaar zijn in de zin van de
richting van de sterrenstelsels. Alle stelsels lijken zich evenredig van
elkaar te verwijderen alsof ze zich in een opgeblazen ballon
bevinden. Ik neem even aan, dat het verhaal over de oerknal toch
de werkelijkheid benadert. Dat zou kunnen betekenen, dat het effect
van de oerknal grotendeels is uitgewerkt en dat de sterrenstelsels nu
om andere redenen zich uit elkaar verplaatsen.
In die zin bedacht ik het volgende:
Stel dat aan de rand van het heelal de verstoringen die eertijds
leidden tot de oerknal zelf gewoon doorgaan.
Stel dat vanuit de daaruit ontstane ruimte een zekere "zuigkracht" of
vacuumkracht plaats vindt.
Veronderstel, dat de sterrenstelsels in de buurt van deze rand zich er
als gevolg van deze "vacuumkracht" naar toe bewegen in een
contenu proces. Hierop voortbordurend zou je kunnen
veronderstellen dat de extra ruimte,
die nodig is om de sterrenstelsels van elkaar te verwijderen door dit
proces geschapen wordt.
Rest ons alleen het feit waarom de sterrenstelsels zich evenredig van
elkaar verwijderen.
In dat opzicht lijkt het mij niet onwaarschijnlijk, dat de stralingsdruk
die de afzonderlijke sterrenstelsels op
elkaar uitoefenen dat fenomeen kunnen verklaren.
Voila weer een probleem minder.
Alhoewel, zo simpel zal het wel niet liggen.
|
TOP |
Op 9/13/1999 reageert jean-luc cottyn met:
Wat was er voor de Big bang,ik denk dat dit de belangrijkste vraag
voor de mensheid is. Ik vind dat de Big bang theorie teveel aanleunt
bij het scheppingsverhaal van de bijbel. Als vrijzinnig en vrijdenkend
mens vraag ik mij af of er uit het niets iets kan ontstaan ?
Maar alles rond ons is gemaakt, na lange evolutie, uit waterstof
!!! Maar van waar dan die waterstof ???
Het leven is een reis van het niets naar het niets en dat iets moet jij
trachten in te vullen!!!
|
TOP |
Op 9/13/1999 reageert L.Bouman met:
De oerknal een heilige graal?
Even een reactie op de aanvulling van Jean-Luc Cottyn.
Hij vindt als ik het goed begrijp, dat de theorie over de oerknal
teveel aanleunt tegen de Bijbelse verhalen hierover.
Enige tijd geleden was er op de televisie een programma over het
heelal van
de schrijver en wetenschapper Stephen Hawking. In dat programma
maakt hij gewag van een bezoek aan de toenmalige paus. Deze
bezwoer hem vooral van de
oerknal af te blijven, omdat deze voorbehouden was aan de kerk.
In die zin zal de oerknal als we niet oppassen verworden tot een
heilige graal waar we nooit doorheen kunnen prikken.
Gelovigen onder u wees echter gerust. De oerknal zal waarschijnlijk
niet op
zich staan. Hooguit is hij slechts een gevolg van voorgaande
gebeurtenissen.
Voor scheppingsverhalen blijft naar mijn menig voldoende ruimte
over!
|
TOP |
Op 9/15/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Ik wil eerst nog graag een antwoord op mijn vraag van 31/8. Als we
er nu echt niet meer uitkomen, kunnen we altijd nog
Scheppingsverhalen gaan verzinnen.
|
TOP |
Op 9/15/1999 reageert L. Bouman met:
Antwoord op vraag 31/8?
Beste Dirk,
Ik had niet het idee, dat de vraag rechtstreeks aan mij was gesteld.
Technisch gezien laat ik de vraag trouwens graag aan anderen over.
Groeten
Louis Bouman
|
TOP |
Op 9/16/1999 reageert Jan van der Gaag met:
Beste Louis,
Ik kom even terug op je reaktie van 13-9-1999 waarin je iets
beweert over verschijnselen aan de rand van het heelal.
De Wet van Hubble (vluchtsnelheid evenredig met afstand) wordt
verklaard door aan te nemen dat de ruimte uitdijt als een ballon,
maar dan van drie dimensies en niet twee.
Op deze manier is de situatie rond elk sterrenstelsel gelijk: geen
enkel stelsel neemt een speciale plaats in en het heelal ziet er
vanuit elk stelsel hetzelfde uit. In het bijzonder is er geen
middelpunt in de ruimte van waaruit de uitdijing plaatsvindt.
Maar hier komt jouw idee in de knoop: een eigenschap van een
ballon is nu juist dat het geen rand heeft. Ons heelal heeft geen
rand waar allerlei dingen kunnen gebeuren, dus ook geen
aanzuigingen of iets dergelijks.
Een andere reden dat de sterrenstelsels zich van elkaar af bewegen
die net zo symmetrisch is als het ballonmodel is er volgens mij niet.
Een explosie IN de ruimte heeft een middelpunt IN de ruimte en
maakt sommige plaatsen en richtingen onderscheidbaar van andere
plaatsen en richtingen. Een explosie VAN de ruimte daarentegen ziet
er vanuit elk punt IN de ruimte gelijk uit.
Voorlopig hou ik nog vast aan die symmetrie …
Bovendien vraag ik me af of de stralingsdruk van sterrenstelsels
groot genoeg is: de stralende, lichtgevende materie maakt slechts 1
of 2 procent van alle materie uit. De meeste materie is 'donker'.
Groeten, Janga
|
TOP |
Op 9/20/1999 reageert Paul Franck met:
Hallo beste forumleden,
Wat heb ik toch weer een machtig vreugde gevoel. Hier over het
forum ronddwalen doet me toch zodikwijls beseffen dat we egenlijk in
een prachtige wereld leven. Neem nu dit forum en lees nog eens alle
bespiegelingen te samen. Met inbegrip van het heel klein stukje dat
zegt dat de de bigbang theorie te dicht aanleunt bij de Bijbel.
Ik moet toegeven dat er echt wel een aantal theoriën heel goed
bedacht zijn. Ik vind deze van het helal als een evolutie eigenlijk wel
een van de betere. Toegegeven veel wiskunde is er mischien niet op
toe te passen maar als we dan naar de microcosmos kijken dan laat
de wiskunde ons zelfs toe te verklaren dat er iets uit het niets kan
onstaan.
Nu persoonlijk krijg ik wel sterk de indruk dat er toch een zeer sterke
rode draad door al deze wetenschappelijke scheppingsverhalen loopt
(als ik me zo mag uitdrukken natuurlijk).
Namelijk er wordt een cirkelredenering (of een spiraalredenering)
opgesteld waarin op een bepaald ogenblik een startpunt wordt
aangeduid. Wat daarvoor kwam krijgt dan de term suppervacuüm,
niets, absolute energie,… en dit zou er dan altijd al geweest zijn
omdat hier geen tijd bestond. Het begrip tijd maakt dan dat de cirkel
volgens mij goed gesloten wordt omdat zo de indruk wordt gecreëerd
dat tijd zichzelf kan doen onstaan als gevolg van een kleine storing
in het natuurlijk dynamische evenwicht. Natuurlijk bekomt men door
zo'n uitdrukking opnieuw dat de vraag kan gesteld worden "en hoe
kan deze kleine storing onstaan in dit natuurlijk 'dynamisch'
evenwicht ? Wel eigenlijk doet die vraag er niet toe omdat reeds
gezegd is dat er een vacuüm achtig niets bestaat waar geen tijd
heerst dus eigenlijk ook geen beweging mogelijk is en er ook geen
'dynamisch' evenwicht kan zijn. De cirkel blijft gesloten want er wordt
nu beweert dat het dynamisch evenwicht zelf het vacuüm is. Als je nu
aanneemt dat dit dynamisch evenwicht uitgedrukt kan worden door
het simpele begrip alles dan veroorzaakt het alles het niks en het
niks op zijn beurt het alles en dit systeem is dan in een dynamisch
evenwicht. Je zou dus evengoed kunnen zeggen dat er een oerknal
is geweest, dat er bijoerknallen en neven oerknallen bestaan maar
die zijn vannuit het perspectief mens niet waar te nemen. Op deze
mannier creëren we voor onszelf de indruk dat wat wij nu zien er altijd
al is geweest en er altijd zal blijven. Wan na de bang de crunch en
opnieuw of een afgesplits heelal of een kralen snoer, ... Het leuke
aan deze redenering vind ik dat je eigenlijk tegelijk toelaat dat elke
theorie hier zijn eigen plaats kan innemen. Trouwens ik vond het
heel aangenaam te lezen dat er naast deze theoriën zelfs voldoende
plaats overblijft op scheppingsverhalen te creëren op zijn bijbels.
Uiterraard zijn deze laatse niet voer wiskundige verifikatie vatbaar
maar ze kunnen de hersenen en de geest dan wel aangenaam
bezighouden.
Eigenlijk vind ik hel dit forum opzichzelf wel een beetje een
scheppingsverhaal. Ieder zijn idee en toch zo dicht bij elkaar
aanleunend. Het geeft mij de indruk dat ons heelal eigenlijk een
slinger beweging is. Deze slinger beweging is nu in haar uitdeinende
beweging. Wat er gebeurt in een inkrimpende beweging zullen we
dus niet echt weten wan er zijn geen verschijnsel die daar op duiden
tenzij een zwart gat maar dat is dan mischien een uitstulping naar
een anti-heelal enz. , maar dat hoort gewoon bij de slinger
beweging. Het eind resultaat van de slingerbeweging is dat heel deze
vorming uiteindelijk moet stilvallen. De Tijd is zodanig vertraacht dat
het allemaal blijft stilstaan. De mogelijkheid van dit senario wordt
ondersteund door te stellen dat de tijd ophoud te bestaan en dat het
heelal in zijn totale extropolatie (dus met alle andere mogelijk
denkbare heelallen en hun specifieke eigenschappen) ophouden te
bestaan. Alzo creëren we een absoluut vacuüm want geen tijd geen
materie. Eigenlijk opzichzelf opnieuw een cirkelredenering want het
nu zijn van het helal wordt eigenlijk gewoon verklaard door de
plaatselijke fluctuaties van het niets op de micrcosmosschaal.
Eigenlijk is ook deze redenering eentje zoals de volgende. De echte
gemeenschappelijke noemer is dat we eigenlijk altijd opnieuw stellen
dat het resultaat van onze redenering is wat het is. En als ik dan
even mag toevoegen dat juist dit het scheppings verhaal van de
bijbel inhoud dan denk ik dat de gelovigen zich toch zouden moeten
kunnen terug vinden in de wetenschap is het niet?
Wiskundig zou ik het als het volgende willen formuleren
NIKS wetenschap ALLES = DAT WAT HET IS
Bewijs
LICHT wetenschap EXPERIMENT = GOLFJE of DEELTJE
In deze formulle is het woordt wetenschap elke wiskundige bewerking
die men kan aantonen die toelaat in het ander lid een heraalbaar
resultaat te bekomen.
Wel aan de gelovigen wil ik zeggen laat de wetenschap gewoon op
deze manier verder werken. Het is namelijk opdeze manier dat we
gekomen zijn waar we nu zijn. En als het jullie goed kan doen in dit
opzicht is godsdiens of religie ook een wetenschap. Alleen de regels
zijn hier totaal anders en onvergelijkbaar met wiskund. Dus in
bovenstaand wiskundige vergelijking is wetenschap dus symbool voor
zowal de alfa beta als gamma wetenschappen.
Wat vinden jullie hiervan, zouden we zo niet iedereen kunnen
verzoenen met het totaal idee?
Groeten Paul
|
TOP |
Op 9/20/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Ik vind dat je nu onnodige verwarring sticht. Er sijpelt naar mijn
gevoel teveel een rechtvaardiging voor het "Scheppingsverhaal"
tussen de regels door. Als de wetenschap er even niet meer uitkomt,
ziet de religie weer haar kans schoon een "Scheppingsverhaal" te
lanceren, wat vervolgens de gelovigen weer extra sterkt in hun
geloof. Religie is dus in de verste verte geen wetenschap maar een
self-full-filling prophecy.
|
TOP |
Op 9/20/1999 reageert Paul Franck met:
Wel Dirk ik kan je geen ongelijk geven. Maar is het niet het recht van
elk kind om in sint nikolaas te geloven.
Nog even dit ik begrijp niet hoe het komt dat mijn tekst hier vierkeer
werd afgedrukt ik vind dit jammer want het creeert de ongewilde
indruk dat ik me wil opdringen.
En Dirk kan je mij dan vertellen wat wetenschap dan wel is?
Vriendelijke groeten Paul
|
TOP |
Op 9/21/1999 reageert Dirk W.van Duivendijk met:
Grappig dat je het voorbeeld van Sinterklaas aanhaalt.
Toen ik een jaar of 4 was was ik overtuigd van het bestaan van
Sinterklaas. Waar kwamen anders al die cadeautjes steeds vandaan?
Toen me uiteindelijk verteld werd hoe het werkelijk zat, vielen alle
dingen die ik nooit kon rijmen (meerdere sinterklazen etc etc) ineens
op zijn plaats.
Toen ik een jaar of 9 was ik overtuigd van het bestaan van een God.
Hoe kon anders al hetgeen om me heen tot stand zijn gekomen?
Maar toen ik rond mijn 14e jaar in aanraking kwam met wis-en
natuurkunde vielen alle dingen die ik nooit kon rijmen ineens op zijn
plaats.
Dirk.
|
TOP |
Op 9/21/1999 reageert David den Ouden met:
Voor degenen die wat meer willen lezen (of discussieren) over de
religie en wetenschap waar Dirk en Paul het nu over hebben, raad ik
aan even naar het forum 'religie vs. wetenschap' te gaan. Daar is
deze discussie al wat verder uitgevochten of zo je wilt geevolueerd.
Met natuurlijk bijdragen van Dirk en Paul.
Groeten,
David
|
TOP |
Op 9/23/1999 reageert R. Bergkotte met:
Beste louis,
Stephen Hawking is tijdens een van zijn lezingen zeer duidelijk
geweest over wat er voor de oerknal was: god was bezig staffen te
verzinnen voor mensen die deze vraag zouden stellen.
Serieus: zelf geloof ik niet in een oerknal of een schepping
misschien is alles er altijd al geweest maar passen onze theorien
beter als we bepaalde dogma's aanhouden. Hebben we een nieuwe
wiskunde nodig om een beter begrip te krijgen van de wereld om ons
heen? Vgl het begin van deze eeuw: men was er van overtuigd dat
alles in de natuur(kunde) met de bestaande wetten te verklaren zou
zijn...totdat Marie Curie met haar radium aan de slag ging. Gevolg:
er ging een totaal nieuwe wereld open.
Met vriendelijke groet
Robert Bergkotte
|
TOP |
Op 10/6/1999 reageert Michiel Bischot met:
Beste allemaal,
Voor zover ik weet gaat de tijd steeds langzamer lopen bij een
steeds sterker gravitatieveld (alg. rel. theorie). In een singulariteit
als bij de oerknal heerste een oneindige gravitatie en dus stond de
tijd stil. Als de tijd dan stil stond hoef je je ook niet af te vragen wat
er voor bestond. Door quantum fluctuaties begon de singulariteit uit
te dijen en begon ook de tijd te lopen. Vraag: Hoe moet je je
fysische processen voorstellen als de tijd stil staat?
|
TOP |
Op 10/16/1999 reageert Louis Bouman met:
Even terug naar met name de aspecten tijd en ruimte in deze
discussie.
Michel Bischot geeft in zijn reactie weer, dat de tijd zoals wij die
onderkennen pas begon te lopen
bij het startproces van de singulariteitsverstoring.
Is dat wel zo vraag ik mij af.
Ik ga nu weer op mijn gevoel af.
In die zin denk ik aan het volgende.
Tijd start als gebeurtenissen starten. In wezen heeft tijd dan alleen
betrekking op de chronologie van
de gebeurtenissen. Ik zou echter niet durven beweren, dat er voor de
singulariteit (of hoe je het ook wilt
noemen) die leidde tot het voor ons waarneembare 3d-heelal er
geen gebeurtenissen waren, die een
tijdsfactor uitsloten. Wellicht is het zo, dat tijd maar ook ruimte altijd
aanwezig zijn en waren. Of je nu
spreekt over singulariteit of vacuum. Tijd en ruimte zijn dan in
principe natuurconstanten.
Onze tijd "en niet de tijd" en onze ruimte "en niet de ruimte" startte
vanuit "onze" singulariteit en manifesteert zich in "ons" 3d-heelal.
Dit sluit tevens niet uit of houdt zelfs in dat er meerdere ruimtes en
meerdere tijden zullen zijn die zich wellicht
op dit moment manifesteren in andere dimensiale grootheden als wij
onderkennen in "ons" 3d-heelal.
Groeten Louis Bouman
|
TOP |
Op 09-11-1999 reageert Erik met:
Ahum,
dit is niet echt mijn ding, maar mij hebben ze altijd gezegd dat
'voor' de oerknal een redelijk onzinnige uitdrukking is, en wel om
volgende reden.
Tijd is net zoals afstand geen absoluut gegeven, maw. het bestaat
niet, tenzij in vergelijking met een afgesproken standaard. Voor de
meter vroeger de lengte van een lat in het Parijse 'Musée des poids
et mesures', later 1/40.10^6 van de aardomtrek, nu zoveel
golflengtes van de stralinbg die vrijkomt bij de energie-overgang
van een lektron van de zoveelste naar de zoveelste baan in een
atoom van element kweeniemeerwa.
Tijd evenzeer: 1 seconde is gedefinieerd als zoveel keer de periode
van de straling die vrijkomt bij (endaargaanweweer).
En daar zitten we vast: bij de oerknal waren er nog geen atomen,
dus geen elektronen, dus geen tijdsstandaard. (Je mag een andere
definitie kiezen van de standaard: altijd loop je vast op het feit dat
die niet toepasbaar is op het moment zelf van de big bang, laat
staan op momenten daarvoor).
Deze redenering, hoe logisch ook, heeft me nooit lekker gezeten,
al heb me er sinds lang bij neergelegd. Ten onrechte?
Bedenkingen welkom!
Erik
|
TOP |
Op 10-11-1999 reageert Paul RCA Franck met:
Hoi Daar ben ik nog eens,
Ooit al eens bij stilgestaan dat onze oerknal gewoon een uitstulping
kan zijn van een ander "heelal". Daar hebben ze voorzekers wel
een standaard voor tijd die van toepassing is op het onstaan van
onze tijd-ruimte. Ik wil maar zeggen: "waarom bekijken we de
zaken aleen maar vanuit het menselijke waarnemingsvermogen?".
|
TOP |
Op 16-11-1999 reageert Louis Bouman met:
Schitterend toch eigenlijk die diverse en geschakeerde meningen
over de oerknal en de daarvoor
voorafgaande zaken.
Wellicht is het eens zinnig de vraagstellingen en reacties samen te
ballen in een resume.
Maar persoonlijk heb ik het gevoel dat we er nog lang niet zijn. Ik
realiseer me daarbij wel dat het
eigenlijk bij de huidige stand der wetenschap alles op een juiste
wijze te benaderen onmogelijk is.
De mogelijkheid over zo'n "zwaar" onderwerp wat vrijblijvend te
kunnen bomen leidt niet tot
fraaie oplossingen maar geeft wel diepgang aan je denkwijze. Me
dunkt leuk meegenomen.
Overigens de reactie van Eric kan ik op geen enkele wijze rijmen
met mijn eigen opvattingen hierover.
Ik meen in het voorgaande hierover al voldoende te hebben
"gezegd".
Wat Paul RCA Franck oppert lijkt me niet onmogelijk. Eigenlijk sluit
zijn idee aan op eerdere stellingen.
Waar ik het trouwens nog eens over wil hebben is het volgende:
Dit punt heb ik al eerder opgevoerd maar m.i. is dat toen niet
diepgaand belicht.
Als je de opbouw van de atomen bekijkt, dan zie je steeds
hetzelfde patroon. Uitgaande van het water-
stofatoom zie je de kern (die uit neutrlale en positieve subdeeltjes
bestaa) omgeven door de negatieve
elektronen. Deze standaard vindt je in elk volgend atoom terug met
als patroon een steeds zwaardere
kern en meer elektronen.
Op zich mag dit dan bekend zijn. Mij is echter niet duidelijk waarom
de elementaire deeltjes de neiging
hebben om tot simpele combinaties tot uiteindelijk de meest
ingewikkelde samenstellingen en combinaties te komen.
Het geheel doet mij sterk aan evolutie denken.
Waar het mij om gaat is de oorzaak van de drang van de
subelementaire deeltjes om tot dergelijke
samenstellingen te komen.
Persoonlijk denk ik dat deze drang voortkomt uit een "zoektocht"
naar de oorsprong.
Onder de oorsprong versta ik dan de situatie, waaruit de
elementaire deeltjes of daarvoor de subelementaire deeltjes en
daarvoor de strings of snaren hebben bestaan in het absolute
vacuum.
Een onophoudende zoektocht in feite naar de vredige neutraliteit in
het verre verleden.
Wellicht weer wat stof om over na te denken.
|
TOP |
Copyright © Ben Pirard - 2004-01-27
|
TOP |
|
|